Ontwikkeling van het hoofdkussen

Een hoofdkussen heeft als belangrijkste functie om de slaper comfort te bieden. Doordat je vaak
draait tijdens de slaap is het bijna onmogelijk om zonder kussen te slapen. Een kussen voorkomt dan
ook nekklachten.

Het kussen wordt al sinds het begin van de beschaving door mensen gebruikt. De vormen en
materialen waren weliswaar verschillend, maar het doel was om het hoofd te laten rusten. Er hebben
van oudsher voorkeuren bestaan variërend tussen hard als steen en zacht als dons.

Slapen op steen

Voor het eerst worden de kussens in Mesopotamië gebruikt, ongeveer 9000 jaar geleden. Later
doken ze op in Egypte. Er zijn diverse hoofdsteunen gevonden in de graven van de farao’s. Vanwege
de vorm zou je kunnen zeggen dat dit de eerste hoefijzerkussens uit de geschiedenis zijn, ware het
niet dat ze van steen gemaakt zijn.

In China had het kussen een iets andere functie. Daar werd het meer gebruikt als een bodykussen,
bedoeld om in de armen te nemen en tegen het lichaam aan te drukken. Het mocht ook niet zacht
zijn, omdat het lichaam anders werd beroofd van vitaliteit. De bloedsomloop zou er door verstoord
worden en bovendien zou het demonen aantrekken. Meestal werd porselein gebruikt.

In het Romeinse Rijk werd, in navolging van de Grieken, stro, riet en vooral dons en ganzenveren
gebruikt. Dit was ruim voorradig en bovendien waren de Romeinen van mening dat het hoofd
gekoesterd moest worden.

In de Middeleeuwen waren hoofdkussens enkel weggelegd voor de welgestelden, het was eigenlijk
een modeartikel dat werd voorzien van schitterend borduurwerk. In de Gouden Eeuw kwam in ons
land het linnenwerk op. De kussens waren enorm en vaak wit. Het bleef echter nog een luxeartikel
waar de massa geen toegang toe had.

Massaproductie

Dit zou duren tot aan de Industriële Revolutie. De fabrieksarbeiders moesten lange diensten draaien
en dienden daarom over voldoende en vooral goede nachtrust te beschikken. De massaproductie van
hoofdkussens kwam op gang.

Vaak werden ze gevuld met katoen of ganzenveren. In de vorige eeuw werd eerst polyester
uitgevonden en daarna traagschuim. Dit betekende qua hygiëne en slaapcomfort een enorme
vooruitgang.

Tegenwoordig wordt er nagedacht over de vraag hoe mensen slapen en wat het meest geschikte
hoofdkussen voor een individu inhoudt. Het is niet langer de one size fits all benadering, die
generaties lang voor nekklachten heeft gezorgd.

Er wordt gekeken naar je slaapgedrag, slaap je op je buik, je zij of op je rug? Bovendien kunnen
kussens vandaag de dag veel langer meegaan dan vroeger. Het is in ieder geval een belangrijk
hulpmiddel om gezond mee te slapen.